het schip


De laatste oceaanoversteek van deze reis

Maar ja, je kunt natuurlijk niet maar ijs blijven eten (zie vorige aflevering), er wacht een luik om gerepareerd te worden. Dat moet vanuit het bijbootje gebeuren, en met wat golfjes is dat toch een lastig karwei



Maar na een paar uur ploeteren zit het luik er weer in en extra verstevigd met 4 dikke bouten aan het frame vast: die gaat er nooit meer uitvallen!
We liggen op een prachtige ankerplek met vlak naast de boot leuk koraal en allerlei kleurige vissen...het was nogal een tijdje geleden dat we onder water hadden gefotografeerd, en gevolg is dat de foto's hiervan helaas mislukt zijn. We moeten het dus met een leenplaatje doen van die prachtig gekleurde doktersvissen, die we hier in groten getale hebben gezien



We mogen het bewoonde eiland Uligama niet betreden - wat natuurlijk wel jammer is, maar waardoor het ook mogelijk is om hier, ondanks de pandemie, te komen. De onbewoonde eilanden kunnen we wel bezoeken en onze superbehulpzame agent Asad wijst ons waar we het beste heen kunnen gaan. Dat is eeen stukje varen met de bijboot, en daarom besluiten we met een groepje van 3 bijboten te gaan en zo tuffen we op een ochtend naar Vagaaru. Daar aangekomen blijkt Asad er ook te zijn met zijn neef, de imam van Uligamu, die vijf keer per dag zijn dromerig klinkende gebedsoproepen over onze ankerplaats laat klinken. Ze hebben gespeervist en een paar mooie exemplaren gevangen. Die blijken voor ons te zijn! We hadden boterhammen meegenomen voor op het onbewoonde eiland, maar dit is nog veel leuker! We gaan eerst een rondje om het eilandje wandelen. Het is heerlijk om weer eens even de benen te kunnen strekken







en vervolgens gezellig met elkaar een vuurtje te stoken



om de vissen te gaan grillen



en ons de vissen vervolgens goed te laten smaken











Daarna gaan we nog wat snorkelen







Na dit leuke en gezellige uitje keren we weer terug naar de boten.
Frits had gehoopt hier lekker te kunnen kiten, maar dat valt een beetje tegen, want ook hier is er erg weinig wind. Maar op een middag lijkt het toch kansrijk en pakt hij zijn grootste kite uit. Het kost wat tijd en moeite, maar uiteindelijk lukt het hem om eindelijk weer eens op z'n kiteboard te kunnen surfen















Intussen horen wij dat het in Nederland -10 graden is....moeilijk voor te stellen in deze tropische regionen. Maar om toch solidair te zijn maken wij... hutspot met worst



Maar we hebben nog een spannend stuk oceaanoversteek voor de boeg en het wordt tijd om ons te gaan opmaken voor het vertrek.



We gaan straks in de Golf van Aden de beruchte 'pirate lane' passeren: het gebied waar de Somalische piraten vooral grote schepen, maar een enkele keer in het verleden ook zeilers hebben overvallen en gegijzeld. Inmiddels wordt dit gebied bewaakt door een internationale coalitiemacht, die er intensief surveilleren en die een speciale corridor hebben gecreeerd om schepen veiliger hierdoorheen te loodsen. En dit heeft zeer geholpen om deze doorvaart beter te beveiligen. Daarbij komt dat zeilschepen voor de piraten niet echt interessante objecten zijn: een geladen tanker en bemanning brengt gewoon veel meer op... Maar toch, het is een hoog risico gebied en het is dan ook behoorlijk spannend om dit nu te gaan ondernemen. Daarbij komt dat aan de noordzijde Jemen ligt: het land dat vrijwel totaal vernietigd is als gevolg van een door enkele grootmachten gesubsidieerde burgeroorlog. En wanhopige en hongerige mensen gaan op zoek naar eten en dus zijn er ook vanuit die hoek inmiddels berichten van gewelddadigheden richting scheepvaart. Kortom, dit wordt een van de meest spannende trajecten die we de afgelopen jaren hebben afgelegd. We hebben ons aangemeld bij de internationale troepenmacht die we via onze vriend Gerard (die ons ook dagelijks een een update van het weer op onze route stuurt) dagelijks gaan berichten over onze positie. In de golf van Aden is een verkeersscheidingsstelsel van kracht, een soort snelweg voor grote schepen. Tussen de route westwaarts en de oostwaartse route is een 'lege' zone van 2 zeemijl. In dat gebied mogen wij varen. Verder wordt aangeraden om onze verlichting en positiemelder aan te houden tijdens dit traject, en om niet in grote groepen te gaan. Zelf hebben we een (oude) satelliettelefoon bij ons, waarmee we contact houden met onze vriend Gerard en waarmee in geval van nood ook de internationale troepenmacht kunnen bereiken.
En zo gaan we na een heerlijke relaxte week in de Malediven weer op weg



We zijn aanvankelijk nog in de windschaduw van het subcontinent van India maar na een halve dag motoren krijgen we wind. De ruime wind is de favoriet van Bella Ciao, dus met meer 8 knopen wind wekken we onze eigen snelheid op en gaan al snel 7 knopen en dat ziet er dan zo uit







Het is wel steeds kritisch: als de wind onder de 7 komt, werkt deze methode niet meer en moet de motor bij en dan ziet het er zo uit



Het is overwegend er grustig en we zien niet veel schepen. Zo nu en dan een visserschip: dat zijn voornamelijk Sri Lankezen, die hier netten uitzetten, die ze overigens markeren met een AIS-signaal en een lichtje, waardoor wij de netten goed kunnen zien er er niet in of overheen varen. Een enkele keer leggen we ook daadwerkelijk contact met zo'n visserboot



en omdat het zo rustig is, kunnen we dan even rustig met elkaar kletsen, midden op de Indische Oceaan



Zo maken we toch iedere dag weer voortgang op onze tocht naar de Rode Zee, stukken op zeil, dan weer met de motor bij: eigenlijk is het best wel een beetje saai



We naderen het Jemenitische eiland Soqutra: dat was lange tijd een prachtige tussenstop voor zeilers op de Indische Oceaan, maar jammer genoeg is dit eiland afgelopen jaar ten prooi gevallen aan de burgeroorlog en bezet door de rebellen: het lijkt niet meer verstandig om het nu aan te doen. Dus daar varen we voorbij richting de corridor. We zien het aantal scheepsbewegingen om ons heen toenemen en we arriveren ruim 9 dagen na ons vertrek uit de Malediven in de scheepvaartroute. Er varen behoorlijk veel schepen zowel op de west-route als op de oost-route



en we zien op de AIS dat velen van hen gewapende bewaking aan boord hebben



Als we een paar uur in de route zitten komt er over de marifoon een melding: "All ships, all ships, all ships a suspicious mothervessel obeserved..." met de positie. Veel piraten schijnen te opereren vanaf moederschepen, van waaruit ze met kleine, snelle motorboten dan de overvallen plegen. We zetten de positie in de kaart en....oei, dat is werkelijk vlakbij ons! We kijken rondom en dan zien we 3 snelle motorschepen op de tegenliggende route langs ons heen schuiven.... En even verder op ligt inderdaad het moederschip. Dit is toch wel even spannend...varen ze door....??? Ja als ze onze positie passeren varen ze gelukkig gewoon door naar het moederschip...en dan???? Wat gaan ze doen? We houden ze goed in de gaten en dat blijkt dat ze daar met elkaar beginnen om de scheepvaartroute over te steken naar de andere 'baan'. Ze varen gewoon door, dus we beginnen alweer wat opgeluchter adem te halen maar blijven hen volgen totdat ze uit ons zicht verdwenen zijn. Pffff, dat was toch wel even zeer spannend! Welkom in 'Pirate Lane'! Het is nu dus ook tijd om onze waardevolle spullen goed te gaan verstoppen. Daarvoor hadden we vantevoren al een verstop-plan opgesteld, dat we nu gaan uitvoeren. We hebben een complete navigatieset klaargemaakt op een oude computer en tablet, dat wordt nu dus geactiveerd en de 'goede' computers, harde schijven, camera's, tablets, geld, creditcards, medicijnen....en alle scherpe messen aan boord bergen we veilig weg



In de corridor waarover wij in totaal bijna 4 dagen zullen doen, zit een bepaald segment dat wordt aangeduid als "High Risk Area" en dat is een stuk van 120 mijl: iets minder dan een dagtocht voor ons. Tot we daar zijn varen we rustig maar gestaag door. De wind buigt hier de Golf van Aden in met als gevolg die hij recht achter komt. Dat betekent voor ons



voornamelijk dus op de motor. We willen hier ook niet al te langzaam varen en minimaal een snelheid van 5 knopen aanhouden. Gestaag varen de grote schepen aan beide zijden langs ons. Dagelijks vliegt er een vliegtuig van de internationale troepenmacht over, die zich meldt en die ons op het hart druk om zodra we iets verdachts zien, dit te melden.
Al motorzeilend varen we na twee dagen de High Risk Area binnen en zonder dat er zich verder incidenten voordoen tuffen we ook hier doorheen.



Prettig is dat we niet de enigen zijn die hier varen



Dan steekt er weer even een windje op en kunnen we een stukje zeilen



Als we na een dag het High risk Gebied achter ons laten, geeft dat toch wel een gevoel van opluchting. En dan is het nog een dag voordat we aan het einde van de corridor komen. We pakken nu ook weer al onze verstopte spullen uit



Intussen blijkt uit de weerberichten die we van onze vriend Gerard krijgen opgestuurd, dat er de komende dagen in de zee-engte van Bab el Mandeb noordwesten wind staat, tot meer dan 20 knopen! Dat lijkt ons geen pretje en gelukkig is er een escape: Djibouti. We hebben eerder begrepen dat we daar welkom zijn na een Covidtest. Zo valt dus het besluit om nu eerst koers naar Djibouti te zetten en daar gunstige (zuidoosten) wind af te wachten voor de passage van de zeestraat en ons eerst stuk in de Rode Zee. We steken nu noordwaarts door de west route van scheepvaartroute heen, tussen de grote schepen door



we willen namelijk niet rechtstreeks naar Djibouti varen, omdat we dan toch wel behoorlijk dichtbij Somalie komen.
En zo doemt een kleine 14 dagen na ons vertrek uit Uligama Djibouti op uit de nevelen



Er ligt nog een Frans zeilschip, die voor ons informeert over het inklaren. Dat blijkt op donderdagmiddag niet meer te kunnen, en vrijdag is de islamitische zondag, dus we zullen nog even geduld moeten hebben. We hebben dus alle tijd om de schepen om ons heen eens goed te bekijken. We zien allerlei soorten 'Dows', het traditionele scheepstype uit deze regionen



Een van de hosselaartjes hier, die zich agent noemt, regelt uiteindelijk voor de zaterdagmorgen een covidtest bij ons aan boord. En zo komt de uiterst vriendelijke bioloog Dr. Hamid (de arme man is doodsbang voor water) ons de test afnemen















Als we op zondagmorgen negatief getest hebben kunnen we dan toch eindelijk officieel inklaren in Djibouti. De mensen zijn bijzonder aardig en de procedure verloopt snel. Als dat achter de rug is volgt de gang naar de Telecomorganisatie in de stad voor een simkaart en als we die ook hebben zijn we helemaal klaar voor Djibouti. We lopen dus meteen de stad in om een eerste indruk te krijgen.











Het is hier warm, en het is na de middag, dus de mensen trekken zich terug in de schaduw en kauwen quat (of khat)



de bladeren waarvan een lichte roes schijnt uit te gaan. Het is zeer rustig op straat











Als we twee dagen later opnieuw naar de stad gaan, maar dan voor het middaggebed dan heerst er een hele ander ambiance























Djibuti, hebben we inmiddels van diverse zeer toeschietelijke taxichauffeurs begrepen, beschouwt zichzelf als een deel van Somalie, de bevolking, de taal, de godsdienst en de cultuur zijn hetzelfde en in de koloniale tijd heette dit gebied ook 'Frans Somalie'. Er wordt hier daardoor ook nog steeds, naast Somalisch en Arabisch, veel Frans gesproken. Het belangrijkste verschil met het grote buurland is, dat het hier behoorlijk veilig is. In 1977 is het land onafhankelijk geworden en tegenwoordig is het door zijn grote haven een commercieel knooppunt voor Oost-Afrika. Djibouti fungeert als een van de belangrijkste doorvoerhavens voor Ethiopie, dat zelf geen toegang tot de zee heeft. Desondanks is Djibouti een arm land (40% werkloosheid, 80% jeugdwerkloosheid), hetgeen je op straat ook merkt aan het feit dat er regelmatig gebedeld wordt. Er worden hier wel verkiezingen gehouden, en er is een parlement



maar de president heeft het inmiddels zo geregeld dat hij nu al voor de vierde keer herkozen is, en hij benoemt ook de premier, dus hij heeft wel erg veel macht. Meer dan 90% van de bevolking is islamitisch, en we zien hier dus ook overal moskeeen. De vrouwen kleden zich uiteenlopend, van geheel bedekt tot geheel onbedekt. De meesten hebben kleurige lange jurken aan en groeten ons vriendelijk.



We zien veel vrouwen ook alleen over straat lopen en in groepjes samen buiten zitten in de middag. Wij ervaren het land vooral als bijzonder vriendelijk en gastvrij en de mensen als vrolijk en toeschietelijk. Kortom: wij zijn na 10 jaar omzwervingen weer terug in Afrika, en wij voelen er ons zeer wel bij







[jan 2021]

[feb 2021]

[mrt 2021]

[apr 2021]

[mei 2021]

[dec 2021]

[juni 2021]

[juli 2021]

[okt 2021]

[nov 2021]

[2020]

[2019]

[2018]

[2017]

[2016]

[2015]

[2014]

[2012/13]

[2010/11]

120 m² zeiloppervlak
120 m² lichtweerzeil
In blauw zijn de 4 gastenhutten (1x tweepersoons en 2x eenpersoons) gemarkeerd
Overal aan boord genieten